(Rome 101 v.Chr.-44 v.Chr.) Romeins keizer, veldheer; Julius Caesar drong in 51 voor Christus binnen in het huidige Noord-Brabant, dat hij beschreef als een land ,,overvloeiend van melk en honing”. Hier woonden toen de Menapiërs. een kleine stam, die volgens Caesar maar 9000 mensen onder de wapenen konden brengen.
Zo komt men tot een schatting van ongeveer 50.000 Menapiërs. Ze trokken zich terug in de bossen en moerassen, maar werden tenslotte toch onderworpen door Caesar, die met vijf legioenen hun gebied binnenrukte.De mensen hier leefden toen vooral van vee en ze werden zelfs tot in Rome bekend om de hammen, die zij aan de Romeinen leverden. Later verhuisden ze naar Vlaanderen en Brabant werd toen bezet door de Bataven, die zich vooral langs de Maas vestigden en ook in de strook tussen Den Bosch en Heusden. Zij hoefden geen belasting te betalen, maar moesten wel soldaten leveren. Acht jaar lang is Caesar in Gallië en in de noordelijke streken, waarbij ook Brabant hoorde, gebleven. Hij mocht later de titel ,,Imperator” voeren. De maand waarin hij werd geboren, werd naar hem Juli genoemd en na zijn dood hij werd in 44 voor Christus vermoord werd hij ,,onder de goden opgenomen”.
In een strijd om de macht, die 15 jaar duurde, verdwenen alle Menapiërs. Toen woonden in Brabant de Taxandriërs en in het westen de Frisiovonen.
Behalve de vele muntenvondsten zijn er in Brabant nog veel andere archeologische vondsten gedaan. Zie verder: archeologische vondsten. Bron: Land van de Brabanders.
