Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

HEUSDEN

betekenis & definitie

gemeente in het Noorden van Noord-Brabant aan de Bergse Maas. Ze omvat behalve het oude vestingstadje Heusden de kerkdorpen Hedikhuizen, Herp, Oudheusden, Heesbeen en Doeveren, een klein deel van Haarsteeg en verder de buurtschappen De Hoeven en Oudheusden.

Heusden telt 5718 inwoners (1984) en is 2172 ha groot. Ze maakt deel uit van het stadsgewest Waalwijk en grenst aan de gemeenten ’s-Hertogenbosch, Vlijmen, Drunen en Waalwijk en wordt door de Bergse Maas van de gemeente Aalburg gescheiden en door de Maas van de Gelderse gemeenten Kerkwijk en Ammerzoden.Wapen: In goud een rood rad; het schild gedekt met een gouden kroon van vijfbladeren (1817). Het rad zou, volgens een legende, herinneren aan het spinnewiel waarachter de geschaakte Engelse prinses in de kasteeltoren van Heusden werd teruggevonden.

Geschiedenis: Het is niet zeker dat met het reeds in 722 vermelde Hunsetti Heusden is bedoeld, J. van Deventer, plattegrond van Heusden hoewel er langs de zuidrand van het Land van Heusden Romeinse woonplaatsen zijn gevormd. Wel dat in 839 een nederzetting hier ter plaatse reeds door de Denen is geplunderd. De stad ontstond in de 11de eeuw rond „Ma(ets)semunde”, een van de kastelen die in de streek werden gebouwd, net als het noordelijker gelegen Woudrichem. Ze werd in 1231 ook als zodanig bevestigd door de heer Arnold van Heusden. Reeds vroeg nam ze in het uitstromingsgebied der grote rivieren een dominante plaats in en in de tweede helft der twaalfde eeuw moest ze met lede ogen de opkomst van ’s-Hertogenbosch aanzien. Een poging de opkomende stad te verwoesten, werd bekocht met een contra-plundertocht.

Heusden met zijn door Jan III gebouwde burcht maakte net als het Land van Altena deel uit van het graafschap Teisterbant en kreeg al in de 12de eeuw eigen heren, die Heusden in leen hadden van het grafelijk huis van Kleef en Teisterbant. In de 13de en 14de eeuw was het afwisselend afhankelijk van Brabant en Holland, maar in 1357 werden ,,de huyse ende lande van Huesden met allen sinen toebehoerten, van hoghen ende leghen” afgestaan aan graaf Willem V van Holland. Burggraaf werd Floris van Borselen en Heusden werd grensvesting.

De stad was als knooppunt van handelswegen al vroeg door wallen omgeven en is in de loop der eeuwen verschillende malen uitgebreid en bevestigd met bastions. De huidige vorm kreeg de vesting eerst in begin 17de eeuw: acht nieuwe bastions en zeven ravelijnen, het geheel versterkt door een grachtenstelsel. De burcht lag buiten de stadsmuren.

Tijdens de tachtigjarige oorlog heeft de stad veel te lijden gehad van belegeringen terwijl het omliggende land door Spaanse troepen werd geplunderd.

Ook tijdens de Republiek was Heusden een belangrijke Hollandse vestingstad.

Hoezeer de economie zich uitsluitend op de garnizoensfunctie had gericht, bleek toen het stadje in 1816 als vesting werd opgeheven en in 1821 werd ontmanteld. Er was nauwelijks sprake van anders dan op de stad zelve gerichte handel en nijverheid en bovendien maakte Heusden sinds 1815 deel uit van het verpauperde generaliteitsland Brabant.

Een positief gevolg van het gebrek aan initiatief dat Heusden in de 19de eeuw heeft gekenmerkt, is het feit dat de historisch belangrijke vestingstad met haar unieke verdedigingsgordel bewaard is gebleven. Als voorbeeld bij uitstek van de Nederlandse krijgsgeschiedenis is zij geheel gerestaureerd. Helaas is het laat-gotische stadhuis ( 1588) in de tweede wereldoorlog door de Duitsers opgeblazen.

Monumenten: De stad vertoont nog altijd het oude vestingpatroon, zoals dat op een 17de eeuwse kaart van Blaeu staat aangegeven. Dat patroon is anders dan het zuiver Middeleeuwse, dat wordt gekenmerkt door een centrum (markt) met uitwaaierende straten naar de poorten.

Van het kasteel (llde-15de eeuw) zijn alleen nog de fundamenten over. De hervormde kerk (14de eeuw) is deels gerestaureerd en herbouwd en heeft een marmeren grafmonument van gouverneur baron Van Friesheim.

Op de vismarkt staat een visbank uit 1796. Vele 16de- en 17de-eeuwse woonhuizen.

Bevolking: De bevolking is voor 60% r.k., 30% protestant. Land- en tuinbouw, veeteelt. Industrie: scheepsbouw, voedings- en genotmiddelen. Toerisme, centrum van watersport en sportvisserij.

Overheidsinstellingen e.d.: gemeentehuis. Pelsestraat 17; rijkspolitiebureau, Garnizoenstraat 1; postkantoor, Botermarkt 2.

Nutsbedrijven: gas: Intergas, Oisterwijk; water: Waterleidingmij Noord-West Brabant, Zuideveldlaan 42, Dussen; elektriciteit: PNEM, Orthen 63, ’s-Hertogenbosch.

Onderwijs: er zijn twee scholen voor basisonderwijs; een MAVO.

Sportaccommodaties: gymnastiek- en sportzaal. Bronnen: Ir. G. Lindeijer e.a., Land van Heusden en Altena; Drs. J. de Hoog e.a., Streekhistorie ,,Land van Heusden en Altena”; Brabantia (2e jrg. nr. 1 en 9e jrg. nr. 3).