Er zijn in Noord-Brabant heel wat archeologische vondsten gedaan. B.v. van de meer dan 600 vindplaatsen van munten zijn de meeste die in Noord-Brabant.
Op meer dan 100 plaatsen kwamen hier gouden, zilveren, bronzen en koperen munten te voorschijn. Een van de grootste muntschatten werd bij toeval ontdekt door enkele spelende kinderen, die op een zandhoop bezig waren, toen de Essche stroom werd verlegd tussen Vught en Sint-Michielsgestel in 1962.De kinderen zaten daar te spelen met romeinse munten. Onmiddellijk werden alle vrachtwagens zand zorgvuldig nagekeken en er kwamen op die manier 4778 munten van zilver tevoorschijn. In Lage Mierde werd een schat naar boven gehaald waarvan een nieuwe school kon worden gebouwd. In de muur van een huis in Tilburg ontdekte men in 1961 een pot met 17e- en 18e-eeuwse munten. Uit latere tijd stamt de muntvondst in Moergestel.
De vondsten, die men nog na heeft kunnen gaan, dateren al uit 1686, toen in Oisterwijk en uit 1697, toen in Woensel honderden zilveren geldstukken naar boven kwamen; en uit 1766 in Esch en 1768 in Den Bosch. In beide gevallen ging het om circa 400 Romeinse munten. Terheijden volgde in 1780 met 24 gouden munten uit het begin van onze jaartelling. Jaarlijks wordt sindsdien een lange lijst nog steeds aangevuld. In 1812: 150 zilveren munten in Den Bosch; 1845; Rijen met goud; 1835: ‘s-Gravenmoer met 17 zilveren en 3 koperen munten van de Romeinen; 1883: Lage Mierde met 862 goudstukken uit de 17e en 18e eeuw; in 1887: Grave met 3 gouden, 28 zilveren en 30 koperen munten; Helmond in 1889 met 17 gouden en 2 zilveren; Escharen in 1897 met 66 gouden munten. Enkele jaren daarna werden er nog steeds meer dan 2500 gouden en zilveren munten gevonden.
Behalve munten zijn er in Brabant nog andere archeologische vondsten gedaan: in Mill een geraamte met wapenuitrusting, vermoedelijk een soldaat die in de Peel is verongelukt; verder een ruiter bij Deume. In 1910 werden van hem gevonden: een helm, een mantelspeld, een spoor, een schoen, een dolkschede, een klokje en 37 munten. Onder Rijsbergen werd een altaarsteen gevonden, evenals in Ruimel; in Den Bosch een grafsteen uit de Romeinse tijd en in Esch een barnstenen en een bronzen beeldje; in Veldhoven een beeldje van Diana en op verschillende andere plaatsen, zoals in Cuyk en in het land van Heusden en Altena werden nog resten van Romeinse woonoorden opgegraven.
Ook in de twintigste eeuw werden er nog heel wat archeologische vondsten gedaan. Alle gouden, zilveren en koperen munten, die werden gevonden, waren uit de Romeinse tijd en maar een klein gedeelte uit de tijd daarna tot omstreeks 500 en dan is er een hiaat tot aan de 13e en 14e eeuw. De vondsten gaan daarna door tot het begin van de 19e eeuw met munten uit de 10-daagse veldtocht.
