Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

WESTDONGERADEEL

betekenis & definitie

(Fr.: Westdongeradiel). Gem. in het noordoosten.

Ze vormde vroeger met de buurgem. Oostdongeradeel één grietenij 'De Dongherdiel’ (zie Dongerdeel).

Tijdens de Republiek de derde grietenij van Oostergo.De gem. telt 14 dorpen: Betterwerd, Bornwerd, Brantgum, Foudgum, Hantum, Hantumhuizen, Hantumeruitburen, Hiaure, Holwerd, Nes, Raard, Ternaard, Waaksens, Wierum. Hoofdplaats is Ternaard. Voor de Gemeentekaart -> Oostdongeradeel. WAPEN. 'Zijnde van lazuur, beladen met een golvende bande van zilver, van de linker naar de rechterbenedenhoek nederdalende. Het schild gedekt met een gouden kroon.’ In het wapen van Oostdongeradeel is een rechterschuinbalk aangebracht. (zie Grietenij wapens).

BEVOLKING. In 1714 telde W. 3064 inw., in 1860 7078, 1900 7511, 1939 7449 en op 1.1.1958 7366 inw. De gem. heeft een groot vertrekoverschot. Van 194755 emigreerden 424 personen, bovendien was er nog een vertrekoverschot van 919 personen met binnenlandse bestemming. In 1957 ging de bevolking met 182 personen achteruit.

TAAL. De schoolkinderen spraken in 1955 voor 99 pct. Fr.

KERKELIJK EN POLITIEK LEVEN. Ned. herv. 46,4 pct.; geref. kerken 35,7, ger. kerk art. 31 K.O. 2, chr. geref. 0,8, ger. gem. 0,4, doopsgez. 4,6, r.k. 0,4, geen kerkgenootschap 9,4 pct. (cijfers volkstelling 1947). Tweede-kamerverkiezingen 1956: K.V.P. 20, P.v.d.A. 1084, A.R.P. 1438, C.H.U. 1070, V.V.D. 291, C.P.N. 73, S.G.P. 26, G.P.V. 50, Nat. Unie 5, Ned. Opp. Unie 12 stemmen.

De gemeenteraad telt 13 leden: 5 A.R.P., 4 C.H.U., 3 P.v.d.A., i V.V.D (1958).

VORM EN LIGGING. De gem. heeft ongeveer de vorm van een trapezium: de Waddenkust in het noorden vormt de lange evenwijdige zij de (lengte ca. 16 km) de Dokkumer Ee in het zuiden de korte (ca. 4 km lang). Ten noorden van de Ee liggen echter drie stukken, die tot Dantumadeel behoren. Het zijn oude bezittingen van het klooster Klaarkamp. De grens met Ferwerderadeel vormt de schuine zijde in het westen, het oude riviertje de Peasens vormt de grens in het oosten. De opp. is ca. 66 km.

Aan de kust liggen drie polders, van W. naar O.: De West-Holwerder polder (bedijkt in 1580, 252 ha), de Oost-Holwerderpolder (bedijkt in 1580, 232 ha) en de Ternaarderpolder (bedijkt in 1590, 176 ha). Voor deze polders liggen uitgestrekte buitendijkse gronden en eveneens verder oostwaarts vanaf de Spaanse Paal (ten noorden van Ternaard) tot voorbij Wierum. Een deel van deze gronden is reeds bekaad. De landaanwinning wordt hier krachtig voortgezet: in aanleg is een gebied van ca. 1750 ha. De Oude Dijk vanaf Dijkslobbe (W. van Holwerd) tot de Spaanse Paal is nu slaperdijk, evenals de opdijken tussen de polders.

HOOGTE VAN DE BODEM EN AFWATERING. De bodem ligt in het noorden langs de kust het hoogst, evenals in de naburige gemeenten (tot 1,5 m +N.A.P.). In het zuidwesten bij de grens met Ferwerderadeel liggen enkele stukken beneden N.A.P. Namen als Hantumer Legen, de Kolken bij Foudgum wijzen ook op laaggelegen gronden. De gem. vormt met Oostdongeradeel een afzonderlijke boezem, die zijn water loost op de Lauwerszee bij Ezumazijl. De afwatering van de twee Dongeradelen is zeer lang onbevredigend geweest.

Het twistpunt tussen beide gemeenten was de afvoer van het overtollige water van W. door de Jaarlasloot van de Peasens naar de Zuider Ee. In 1820 kwam men tot een overeenstemming door de oprichting van de polder van Oostdongeradeel en W. Een definitieve oplossing is eerst gevonden door de stichting van een elektrisch gemaal te Ezumazijl in 1931.

De drie polders aan de kust hebben rechtstreekse afwatering op zee. De voornaamste waterschappen zijn de polder Het Hantumerleeg en de Foudgumer Kolken. De zeedijk is in beheer bij het Waterschap De Contributie Zeedijken van W. en bij de drie genoemde zeepolders. GRONDSOORTEN EN BODEMGEBRUIK. De bodem van W. bestaat uit jonge zeeklei, langs de kust lichte klei en zavelgronden, verder landwaarts zware kleigrond, die ten slotte knippig wordt. Onder de lichte kleigronden ligt blauw zeezand, onder de zwaardere gronden hier en daar veen. De zavelgronden langs de kust worden gebruikt als bouwland, de zware kleigronden als grasland, het zijn de ‘mieden’, de graslanden van de bouwhoeven.

In bijna geheel W. hebben de percelen een onregelmatige vorm, wat tot uiting komt in het bochtige wegenpatroon. In de nieuwe polders en in het gedeelte tussen WierumNes-Moddergat hebben de kavels een rechthoekige vorm. Voor het laatstgenoemde gebied ziet S. F. Kuipers hierin een bewijs van een vroegere inham der zee.

Met akkerbouwgewassen waren beteeld 2141 ha. (37,7 pct. van de cultuurgrond). Het grasland had een opp. van 3730 ha (61,5 pct.), tuinbouwgewassen in de volle grond 117 ha. Veestapel: aantal runderen 8427, landbouwpaarden 540, schapen 4327, varkens 326, hoenders 5742 (cijfers C.B.S., 1956). BEROEPSSTRUCTUUR. De voornaamste bestaansbron is veeteelt en landbouw met daarnaast in Nes nog tuinbouw. In de agrarische bedrijven waren in 1947 1688 personen werkzaam. De industrie is van geringe betekenis: een zuivelfabriek te Betterwerd en een carrosseriefabriek te Holwerd.

Er waren 92 personen werkzaam in de industriebedrijven met meer dan tien man personeel. Totaal waren er in 1950 in industrie en ambacht werkzaam 517, in de handel 366 en in verkeer en Horecabedrijven 121 personen.

VERKEER. De spoorlijn Lwd.-Stiens-Holwerd-Dokkum, het vroegere lokaaltreintje of 'Um-expres’, wordt alleen nog gebruikt voor goederenvervoer, vooral aardappelen in het oogstseizoen. Het belangrijkste wegverkeer gaat naar Holwerd over Brantgum naar Dokkum en van Holwerd over Ternaard naar Metslawier. In het vakantieseizoen is er een druk verkeer van Lwd. naar de ‘Dam’ te Holwerd (veerboot naar Ameland), zie Ameland. Het personenvervoer wordt verzorgd door de bussen van de N.O.F. te Dokkum. Het vervoer door de dorpsvaarten is teniet gegaan door de opkomst van de vrachtauto’s. D., W.

Zie: S. F. Kuipers, Ienenoar oer degrounfen East Dongeradiel (z.j.); Repert., 216; Reg. Leeuw. Cour., 46.