Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

VREEMDE BEVOLKINGSELEMENTEN

betekenis & definitie

(V.b.) zijn in de loop der eeuwen steeds in Frl. binnengekomen en deels blijven hangen. In de 16de eeuw vindt men al vrij veel namen, die op herkomst van buiten Frl. wijzen (bijv.: Van Wij ringen, Van Horen, Van Dotinchen, Van Leije, Van Buunschoet, Van Steenwijck, Hollander, Drenth, Van Schleijswick, Van Straesborch, Flamminghe, Hess, Westfalinchs enz.) en niet alleen in de steden, maar ook op het platteland.

Niet steeds zijn de V.b. volkomen in de zittende bevolking opgegaan. Ten aanzien van de invasie van de Angelsaksen verkeert men in dit opzicht in het onzekere, maar de ‘Hollandse’ kolonisatie in Het Bildt heeft een zeer eigen karakter gehouden, hetgeen tot op zekere hoogte ook lang het geval is geweest met de neerslag van de invasie der Gietersen uit de kop van Overijsel, die aan enkele dorpen nog een speciale kleur geeft (bijv. Tjalleberd en Sint Johannesga), terwijl die elders (bijv. in Beets) volkomen geassimileerd is. Van de ‘Hollandganger’ uit Westfalen en Nedersaksen zijn het vooral de families van de voormalige lapkepoepen, die, als r.k. grote zakenlieden in de textielbranche, een groep op zich zelf bleven vormen. Ook de antropologisch afwijkende bevolking van sommige arbeidersdorpen past nauwelijks in het Fr. bevolkingspatroon. Dit kan echter aan het dorpstype liggen. Of de door de industrialisatie aangetrokken V.b. (hoger personeel, leerkrachten, overheidsambtenaren) worden opgenomen, dient afgewacht te worden.