De soorten V. zijn Waalse, wier-, paarde- en duivebonen. In Frl. worden haast alleen Waalse of tuinbonen geteeld.
Gemiddelde opp. 1931-40 612 ha; na 1953 nog slechts ca. 200 ha (Nederland 1800 ha). Hoofdzakelijk geteeld voor tuinbouwzaaizaad. Het verbouwde ras is Adrie; de laatste jaren worden de in de tuinbouw meer verbouwde rassen ook door de landbouw op contract geteeld, bijv. de witkiemrassen. De teelt beperkt zich vrijwel tot de Kleibouwstreek. zie Peulvruchten.