Leer, genoemd naar Faustus en Laelius Socinus, die de drieëenheid en de godheid van Christus loochenden. Het S. kende hoge waarde toe aan de rede, verdedigde de wilsvrijheid, bestreed de predestinatiegedachte en de gangbare sacramentsopvatting, en drong aan op praktisch christendom.
HetS. is in Frl. hardnekkig bestreden (o.a. door F. Elgersma, Jac. Oldenburg, G. v. Velsen). Men verdacht er de doopsgezinden van, die van 1672-1722 een betrekkelijke vrijheid genoten en vrij talrijk waren, zie Brouwer, W. J.; Jan Thomas; Marten Jacobs.
Zie: W. J. Kühler, Het S. in Ned. (Leiden 1912); J. C. v. Slee, De Gesch. van het S. in Ned. (Haarlem 1914).