(Fr.: Ijippenstâl). Verouderde bouwlandmaat (nog in toponiemen), bijna uitsluitend in de Wouden gebruikt, in de 19de eeuw ongeveer gelijkgesteld met één pondemaat.
‘Ytlycke acker es omtrent een lopen stal groet, daer in te sayen’ betekent dat voor één L. één lopen of zak (0,833 hl) zaad nodig was. Het L. was gefundeerd op de roggebouw (‘lopenrogstal’), maar in de maat kon, zelfs binnen één dorp, een speling van ca. 0,16 ha zijn.