(Fr.: koetsebeibeam). Boom.
In het oosten der prov. en op zandgronden in het zuidwesten is de L. algemeen in wallen en bosjes. Ook in moerasbos en op de eilanden.
Vrij vaak op oude knotwilgen, in dakgoten of op schuurtjes. Vroeger werden de bessen verzameld voor de lijstervangst in strikken.