Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

LANDBOUWCOÖPERATIE

betekenis & definitie

Samenwerking van land- en tuinbouwers ter bevordering van hun bedrijfsbelangen. Ze is in Frl. sterk ontwikkeld.

Van de ca. 3000 L.s in Nederland zijn er ca. 250 in Frl. In de jaren 80 kwam onder de drang der omstandigheden in de landbouw een streven naar coöperatie op, het eerst in de zuivel. Vooral nadat een staatscommissie in 1886 had gewezen op het gebrek aan samenwerking en organisatie gingen veleD de noodzaak van L. inzien.

Nog 1886 richtten enige boeren in Warga de eerste coöp. zuivelfabriek op, spoedig volgden vele andere, later verenigd in de Bond van Coöp. Zuivelfabrieken in Frl. (zie Zuivelbond).

In de zuivelsector ontstonden behalve de plaatselijke zuivelfabrieken een aantal gespecialiseerde zgn. topcoöperaties, nl. de Fr. Coöp.

Zuivel Export Ver. (zie Frico), de Coöp. Condensfabriek ‘Frl.’, de Coöp.

Zuivelbank en de Coöp. Stremsel- en Kleurselfabriek.Ook voor de voorziening van landbouwbedrijfsbenodigdheden bleek L. nuttig. Uit de kleine plaatselijke bestelverenigingen ontwikkelden zich de aankoopverenigingen. De omstandigheden waren niet steeds dezelfde. In de zuivel dreigde de boer door de bederfelijke aard van de grondstof afhankelijk te raken van de fabrikant; bij de aankoop van bedrijfsbenodigdheden was de monopolievorming van de kunstmestimporteurs het gevaar. De afhankelijkheid bij de kredietverlening leidde tot de oprichting van boerenleenbanken. De winsten der particuliere vleesfabrikanten leidden tot oprichting van de Fr.

Coöp. Veeafzetver. (F.C.E.). Ook het streven naar opvoering van de kwaliteit deed vaak L. ontstaan, zoals de Fr. Coöp. Handelsver. voor zaaizaad en pootgoed (Z.P.C.) en de N.-Ned. Coöp.

Eierhandel (N.N.C.). Ook de Ned. Wolfederatie (Afdeling Frl.) voor de afzet van wol en de veilingen voor de afzet van groenten en fruit.

De behoefte aan het gecentraliseerd voeren van de bedrijfsboekhouding e.d. leidde tot de oprichting van de Coöp. Centrale Landbouwboekhouding. Door de voortschrijdende mechanisatie in de landbouw ontstonden werktuigencoöperaties. Nieuwe voedermethoden riepen coöp. grasdrogerijen in aanzijn, terwijl de ontwikkeling van de kunstmatige inseminatie K.I.-verenigingen bracht. Ook op het terrein van de verzekering bleek de L. een bruikbare bedrijfsvorm. Het Onderling Boerenverzekeringsfonds ontstond, nadat er reeds voor het personeel van de L.s het Coöp.

Verzekeringsfonds was gekomen. Tot de L. kunnen ook worden gerekend de onderlinge maatschappijen, die de boer verzekeren tegen brand en stormschade, veeziekten e.d. (zie Onderling verzekeringswezen). Genoemde L.s werken samen in het Instituut voor Landbouwcoöperatie in Frl. en het Landbouw- en Coöperatiecentrum 'Oranjewoud’. T., K.

Zie: T. van der Zee, De Fr. boerencoöperaties in haar maatsch. verband (1933).