(ook: kaag, koog; vaak in het meervoud: de kegen). Naam voor buitendijks land (vgl. ‘werp’, ‘bild’ e.d.) langs de hele noordkust (Barradeel, Ferwerderadeel, de Dongeradelen, Kollumerland).
Na indijking bleef de naam, o.a. bij Burum (met Kegerweg), Dokkum, Holwerd, Lwd. De K., Z. van Wierum is moeilijk te verklaren, zie Akkerbouwgebieden.
Zie: Fr. Plaknammen 1, 52-54; Schönfeld, Veldnamen, 14, 23, 29.