Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

HERKOMST DER FRIEZEN

betekenis & definitie

Volgens schriftelijke overlevering uit de 12de eeuw zijn de Friezen per schip naar deze streken gekomen en geland bij de Eemsmond. Bij deze geslaagde Tondgong’ ontstaken zij een ‘pictunna’.

Hieruit in de 14de eeuw de sage van Saxo, Bruno en Friso met hun zeven schepen. Ieder schip bevolkt één Zeeland.

De archeologie weet niet waar de eerste Friezen vandaan komen. Er is herhaaldelijk sprake van landgang, wrsch. reeds pogingen daartoe tussen de brons- en ijzertijd.

Blijvende bewoning komt in de laatste eeuw v.C. Bewoners waren veehouders, verwant met andere kustbewoners tussen Vlie en Rijn en Eems en Elbe.

Van verkeer met achterliggend gebied is geen sprake, wel met het midden-Rijngebied, vooral in Westergo. Tussen de 4de-6de eeuw komt er verandering, wrsch. door nieuwe bevolkingselementen uit Neder-Saksen en Jutland, zie Antropologie, Bevolking, Volkskarakter.

Zie: Gedenkboek Van Giffen (1947), 255 e.v.; Jaarverslag Ver. voor Terpenonderzoek (1948), 5 e.v.; jaarverslag voor Terpenonderzoek (1953), 239 e.v.; Berichten R.O.B. v (1954), 45 e.v., Emder Jahrbuch (1957), 5 e.v.