In Frl. verbouwen de landbouwbedrijven vooral de gewone groene E. Er zijn slechts 60-70 ha schokkers en kapucijners.
I.v.m. de conservenindustrie gaan de boeren meer dop-E. verbouwen (ca. 2 pct. van de 3000 ha in Nederland).De teelt van groene E. concentreert zich in de kleibouwstreek. Per 100 ha kleibouwgewassen heeft Frl. de laatste jaren 1-3 pct. groene E. (Nederland 2-4 pct.). Het E.-areaal varieert nogal met de prijzen. De E. dienen vooral tot menselijk voedsel. De export wisselt, al naar de buitenlandse oogst uitvalt. De verdeling in Frl. was in 1956: kleibouwstreek 825 ha, kleiweidestreek (Wonseradeel) 156 ha, veenweidestreek (Lemsterland) 11 ha, Wouden (Ooststellingwerf) 9 ha. zie Peulvruchten.
Rassen. E. hebben in het zuiden sterk te lijden van ‘topvergeling’ (eerst worden de topblaadjes geel, later kan de hele plant afsterven), in Frl. sporadisch. De soort Rondo is hiertegen resistent, en wint snel veld ten koste van Unica, G.E.K., ook van Servo
