Hendrika Akke van, dichteres (Grouw 27.9.1887-). Tot 1947 commies ter secretarie Deventer, daarna ambteloos.
Dichteres van een aantal liefdesverzen, die ca. 1915 werden begroet als eerste uitingen van een nieuwe, persoonlijke kunst; in 1952 werden ze met nieuwe gedichten gebundeld tot De Gouden Rider (s1954), waarvoor haar in 1953 de Gysbert Japiksprijs werd toegekend.Zie: D. Kalma, Inleiding De nije moarn (1922); id., Fr. Skrift. 1 (1928), 26-27, 289-293, ii (1931), 315; Frisia (1924), 27; A. Wadman, Fr. Dichters (Leiden 1949), 30; LH. (1953), 7-8; Tsj. (1953), 53-58; Boek van Nu VII (1953), 21-22; Piebenga (1957), 232-233.