Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

DIJKGRAAF

betekenis & definitie

Sedert 1533 de voornaamste drager van de bevoegdheden betreffende de zeedijken, nadat sedert 1504 de grietmannen zich daar niet meer mee mochten in laten (in de M.E. waren in Frl. slechts enkele D.en). Benoemd door de overheid volgens keuze van ‘Volmachten' óf uit hun voordracht (1809), óf uit de Volmachten (1900) óf buiten hen (Filips II).