Tetman de Vries zette in 1943 met zijn zang- en toneelspel De tiid hâldt gjin skoft (De tijd staat niet stil) een stap halverwege toneel en revue. Na W.O. ii heeft het Fr.
C. ruimer beoefening ondervonden. Hebben de kleine semi-beroepsensembles (De Vries, Popma, Westra) uit commerciële overwegingen het echte C. niet op het dorpstoneel kunnen brengen, in de kring van het ‘Boun fan Fr. kunstners’ en van de studenten is veel en vaak met succes geëxperimenteerd.
In De bilnte akster (1954) bundelden Van der Molen en Tuinstra Fr. C.-teksten, zie Toneel.
Zie: De skelfink yn’e boekebeam (1951).