Stijl in de I7de-eeuwse kunst met neiging tot overlading, duisterheid, scherpe accenten, fysiek realisme. In de Fr. literatuur vertegenwoordigd door Gysbert Japiks (1603-66), wiens verzwaarde metriek, zucht tot woordkoppeling, schrille antithesen en gruweleffecten (zowel in zijn psalmberijmingen als in zijn erotische poëzie) als een individuele vorm van de
B. zijn te beschouwen.