Encyclopedie van de Zaanstreek

Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)

Gepubliceerd op 02-10-2020

Spadesteken

betekenis & definitie

Middeleeuws recht, dat kon worden uitgeoefend door de eigenaar van één of meer percelen polderland. De daarop rustende lasten (bijvoorbeeld in verband met het dijkonderhoud) konden zo zwaar drukken dat een eigenaar ze onmogelijk kon dragen.

Door letterlijk een spade te steken (het plaatsen van een schop of spade op het betreffende perceel) kon men aangeven dat men zijn verplichtingen niet wenste na te komen en daarmee van de eigendom afzag. De zo ‘gemerkte’ percelen vervielen dan aan de banne die ze evenmin rendabel kon maken, maar de kosten uit de gemeenschapskas te betalen kreeg. Van het recht tot spadesteken is vooral vóór de Tachtigjarige oorlog menigmaal gebruik gemaakt, veelal na overstromingen, als dijkherstel de landbezitters onder grote financiële druk plaatste. Het kwam echter ook later nog voor, tot in de 18e eeuw. Sommige percelen land in de polders droegen dan ook de (inmiddels verdwenen) naam ‘Spaadland'. Volgens mr.

D. ➝ Vis (in ‘De Zaanstreek'. Leiden 1948) is het aannemelijk dat het gemeentewapen van Oostzaan een verwijzing naar het vroegere spadesteken inhoudt.