Ondernemersgeslacht te Wormerveer in de 19e eeuw.
Een jongere zoon van Jan Vis Heymesz (1765-1818) en Trijntje Cleyndert (1773-1834) (zie Heyme ➝ Vis), was Albert ➝ Vis (1801-1848), gehuwd met Neeltje Groen (1801-1852). Hij werkte aanvankelijk op het kantoor van de heren ➝ Vas & Co, maar besloot in 1825, met financiële ondersteuning van de grootmoeder en oom van zijn ega, voor zichzelf te beginnen. Hij huurde de pelmolen De Jonge Voorn, bewesten de latere spoorlijn, te Wormerveer van de wed. Jan Vas (Lijsbeth Kuyper) en een stijfselfabriek van Dirk Vas. In 1827 kocht hij De Jonge Voorn en stichtte hij de firma Albert Vis. Waarschijnlijk was hij de eerste in de Zaanstreek die zich met rijstpellerij ging bezighouden.
Hij werkte regelmatig voor zijn vriend Jan Laan en 1828 werd zulk een voordelig jaar dat hij ook de stijfselfabriek kon kopen en het daar tegenover gelegen pakhuis ‘Riga’ van de weduwe D. Visser (Aaltje Vas). Bovendien kocht hij van de oom van zijn echtgenote de pelmolen De Rosbaijer aan de Mallegatsloot te Zaandam. In 1830 werd een oliedik-kokerij overgenomen, in 1845 gevolgd door de oliemolen De Kerkuil en de molen De Bonsem, een oude papiermolen die als pelmolen was ingericht.
Albert en Neeltje hadden twaalf kinderen, onder wie zes zonen. Dirk werd slechts 6 jaar, Pieter maar 12 jaar. De oudste, Jan (geb. 1823), scheelde 20 jaar met de jongste, Klaas (geb. 1843). Toen Albert in 1848 overleed zette Neeltje de zaken voort samen met Jan Vis (1823-1868), gehuwd met Sydina Prins (1823-1894). Bij haar overlijden kort daarna (1852) stond Jan er alleen voor. Misschien mede door hun leeftijdsverschil wilden de zonen zelfstandig zijn en verbrokkelden de zaken van hun vader.
De jongere broers Albert Vis (1832-1866), gehuwd met Maria Laan (1836-1903) en Gerrit Vis, gehuwd met Aaltje Kluyver (geb. 1839), gingen aanvankelijk wel samen als pellers met De Rosbaijer en De Bonsem. Deze zaken werden echter al vroeg geliquideerd. De Rosbaijer werd overgedragen aan A. Latensteijn van Voorst, terwijl De Bonsem voor afbraak werd verkocht. Albert en zijn nakomelingen werden opgenomen in de leiding van Wessanen & Laan.
Na het overlijden van Jan Vis in 1868 ging zijn stijfselfabriek over op zijn zoon, terwijl de pellerij met De Jonge Voorn werd voortgezet onder de oude firmanaam Albert Vis door zijn jongste broer Klaas Vis (1843-1909), gehuwd met Margarethe Anna Keg (geb 1850). In de molen werd een gasmotor geplaatst. Na een brand werd de fabriek herbouwd, nu onder de naam ‘Java’. Klaas maakte de herbouw niet meer mee; toen de fabriek weer met de produktie begon, onder de naam nv Rijstpellerij v/h Albert Vis, waren de directeuren zijn zoons Pieter Nicolaas Vis (geb. 1873), gehuwd met G.Th.A. Sammels, en Nicolaas Jacobus Vis (geb. 1879), gehuwd met M.A. van Gendt.
Ir. E B. van Gelder