Encyclopedie van de Zaanstreek

Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)

Gepubliceerd op 02-10-2020

Breeuwerij

betekenis & definitie

Tak van nijverheid, verbonden met de scheepsbouw. Een breeuwer dichtte de naden tussen de delen van een schip, bijvoorbeeld met fijn mos, witwerk of oud, grof, uitgeplozen touw.

Breeuwers waren gespecialiseerde vaklieden, die waarschijnlijk in ploegen werkten. De familienaam Breeuwer herinnert nog aan het vak. Een ander woord voor breeuwen is kalefaten, terwijl ook de aanduiding ‘klauwen’ vroeger gebruikelijk was. De Klauwershoek te Zaandam dankt zijn naam aan het feit dat er veel breeuwers (klauwers) woonden.

< >