Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Mansholt

betekenis & definitie

Familie, oorspronkelijk afkomstig uit Bagband in Oost-Friesland (Dld.). In de eerste helft van de 18de eeuw vestigde zich een tak van de familie Mansholt in het Oost-Friese Reiderland.

Ubbo Janssen Mansholt (1812-1883), landbouwer te Ditzumerhammrich, later te Eexta, is de stamvader van de Groninger Mansholts.Derk Roelfs Mansholt (1842-1921) was autodidact en kon zich dankzij het verlichte klimaat in zijn ouderlijk huis veelzijdig ontwikkelen. In 1869 vestigde hij zich op een boerderij in Meeden. D. R. Mansholt nam in de landbouwwereld een vooraanstaande plaats in en was onder andere lid, respectievelijk oprichter van de Groninger Maatschappij van Landbouw en het Nederlandsch Landbouw Comité. Met zijn broer Jochem Helmers Mansholt (1844-1914) verwierf hij een grote naam in de wereld van de zaaigoedveredeling.

In 1876 stichtte J.H. Mansholt de boerderij Fletum (ca. 60 ha) in de pas bedijkte Westpolder, op land dat hij van zijn schoonvader had gekocht. Zes jaar later kocht ook D.R. Mansholt een boerderij in de polder (Torum, 90 ha).

D.R. Mansholt deed proeven met stikstofbemesting en publiceerde daarover samen met zijn zoon Ubbo Johan (1893), een werk dat ook internationaal erkenning vond. J.H. Mansholt en zijn nazaten bouwden het veredelingsbedrijf verder uit (thans Dr R.J. Mansholts Veredelingsbedrijf BV, dat deelneemt in de internationale Semundo BV). Deze familietak beschikt tegenwoordig over ruim 241 ha land in de Westpolder, inclusief een eendenkooi.
D.R. Mansholt is het bekendst geworden als politieke activist. In 1873 werd hij gemeenteraadslid van Meeden en zette zich landelijk in voor algemeen kiesrecht. Hij was sympathisant van de Volkspartij maar miste echter aansluiting op de landelijke politiek. Van verlicht radicaal ontwikkelde Mansholt zich in de richting van het marxisme. In de jaren tachtig propageerde hij het socialisme in Noord-Nederland. Aanvankelijk was hij medestander van Domela Nieuwenhuis, van wie hij zich later echter afkeerde. Als hereboer met radicale ideeën isoleerde Mansholt zich in toenemende mate van zijn - meest liberale - standgenoten. Later hield hij zich bezig met de betekenis en het wezen van de landbouw en bepleitte onder andere de afschaffing van het privé-grondbezit. Onder invloed van de agrarische crisis in de jaren ’90 kwam hij daarop terug en propageerde hij het protectionisme. Hij publiceerde over een breed scala aan actuele onderwerpen.

De zoon Lambertus Helbrig Mansholt (1875-1945) was aanvankelijk landbouwer op de ouderlijke boerderij Torum (tot 1922), later een actief SDAP-politicus en vanaf 1916 de eerste socialistische gedeputeerde van Groningen, welke functie hij lange tijd vervulde. Diens zoon Sicco Lambertus Mansholt (1908-1995) was van internationaal formaat. Hij studeerde tropische landbouwkunde, was werkzaam op het Laboratorium voor Grondonderzoek te Groningen en op plantages in Nederlands-Indië (1931-1936). Daarna werd hij landbouwer in de Wieringermeer. S.L. Mansholt werd lid van de sdap, later van de PvdA, en was minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening (1945-1957).

In 1958 was hij vice-voorzitter van de Commissie der EEG; later voorzitter (1972). Als Europeaan en supranationalist was hij een tegenstander van de Franse president De Gaulle.

In het zogenaamde Plan-Mansholt (1968) zijn zijn ideeën voor de gemeenschappelijke landbouwmarkt van de EG vervat. In zijn latere leven keerde hij naar zijn wortels in Groningen terug en hield hij zich met de milieuproblematiek bezig (Club van Rome), wat zich vertaalde in het zogenaamde Rapport-Mansholt. Zijn ideeën over een krimpeconomie en actieve bescherming van natuur en milieu vonden echter weinig weer. klank. Zie ook Europees landbouwbeleid.

[Feenstra]

Lit: G.F. Beukema (red.), Gedenkboek Nijverheid 1991 2 dln. (Leens 1991); H. Krips-Van der Laan, ‘Mansholt, Derk Roelfs’ in: Van Dijk en Foorthuis, Vierhonderd jaar Veenkoloniën, 151-154; D.R. Mansholt, ‘Vor einem halben Jahrhundert.’ Jugenderinnerungen eines Landwirtes aus dem Rheiderland um 1850 (2e dr.; Leer 1990); H. Krips van der Laan, Woord en daad. Een onderzoek naar de ideeën en werken van D.R. Mansholt (Assen 1999).

< >