Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Beklemming

betekenis & definitie

Gebruik van het land van een ander met de bevoegdheid daarop een huis, schuur en beplanting te hebben. Deze waren dan eigendom van de gebruiker, de meier.

Voor het gebruik van de grond betaalde hij jaarlijks een huursom, canon, en in geval van vererving, huwelijk, doop van de kinderen of overdracht van het beklemrecht eveneens een bedrag (bijv. een extra jaarsom), geschenk geheten. De meier beklemde door op het door hem gehuurde land een huis te bouwen de grond onder dat huis. Sinds de 18de eeuw zijn beklemmingen meestal ‘vast en altoosdurend’, dus onveranderlijk en onopzegbaar. Beklemming kwam vrijwel uitsluitend in de provincie Groningen voor.Lit.: A.S. de Blécourt, Beklemrecht en stadsmeierrecht (Groningen 1920); W.J. Formsma, ‘Beklemrecht en landbouw. Een agronomisch historische studie over het beklemrecht in Groningen, in vergelijking met ontwikkelingen elders’, Historia agricultura XIII (Groningen 1981) 7-136.