Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Gepubliceerd op 05-09-2022

Binden

betekenis & definitie

(band; gebunden), binden, vastbinden; ein Faß binden, een vat kuipen; die Krawatte binden, de das strikken; an die Scholle gebunden sein, als lijfeigene bij de grond horen; aan een plaats gehecht zijn; einem etwas auf die Seele binden, iem. iets op het hart drukken; gebundene Rede, gebonden taal.

< >