Junior Dokterswoordenboek

Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

uroloog

betekenis & definitie

De dokter die zich met het urinewegstelsel bezighoudt.

Tot het urinewegstelsel behoren de nieren, de urineleiders, de urineblaas en de plasbuis. Een andere specialist, de nefroloog, houdt zich ook met zieke nieren bezig, wanneer die organen met medicijnen moeten worden behandeld. De uroloog is degene die zieke nieren opereert.

De geslachtsorganen van mannen (piemel oftewel penis, zaadballen oftewel testikels en de prostaat) zijn met het urinewegstelsel verbonden. De uroloog behandelt daarom ook problemen op dat gebied, maar behandelt evengoed vrouwen met plasproblemen. Een uroloog is dus niet een ‘mannenarts’ als tegenhanger van de gynaecoloog, die wel ‘vrouwenarts’ is. Voor medische problemen met de piemel, zoals een erectiestoornis of pijnlijke zaadballen, moet een man bij een uroloog zijn. De uroloog stuurt een man door naar een psycholoog of seksuoloog als de man problemen met de piemel samen met seks heeft.

Kijk ook bij seksuoloog.