Cellen uit de baarmoedermond, die onder de microscoop worden onderzocht op baarmoederhalskanker.
De overheid in Nederland heeft gezorgd voor een bevolkingsonderzoek voor baarmoederhalskanker. Daarbij maken dokters om de vijf jaar een uitstrijkje van de baarmoederhals bij alle vrouwen ouder dan 30 jaar. Bij oudere vrouwen die in de overgang zijn geweest (zij worden dan nooit meer ongesteld) en toch bloed verliezen, wordt het ook gedaan. De dokter schraapt hierbij wat cellen af van de baarmoedermond, achter in de vagina. De cellen worden in het laboratorium door een andere arts (de patholoog) onder een microscoop onderzocht.
Een uitstrijkje wordt ook gemaakt bij vrouwen die worden onderzocht op seksueel overdraagbare infectieziektes (soa’s, geslachtsziektes), vooral als zij wratten op de geslachtsdelen hebben. In dat geval hebben zij meer kans om baarmoederhalskanker te krijgen.
Ook paptest, Pap-test. Kijk ook bij baarmoederhalskanker.
