Het losschieten van het bot in de bovenarm uit het schoudergewricht.
Meestal schiet het bot los naar voren door een val op de elleboog of een uitgestoken hand. Een persoon die dit krijgt, durft de arm niet te bewegen en houdt de onderarm vanwege de pijn met de andere hand vast. Dokters en fysiotherapeuten kennen verschillende manieren om het bot van de bovenarm terug in het gewricht te krijgen (‘reponeren’). Laat dat dus maar doen door mensen die er verstand van hebben. Als het verkeerd gebeurt, kun je een hoop beschadigen en heb je nog jarenlang pijn in je schouder.
Voordat de dokter het bot terugzet, krijg je een prik met een spierverslappende en pijnstillende stof. Nadat de arm weer op zijn plaats zit, moet je je schouder en je arm nog enige tijd rust geven. Daarvoor krijg je een mitella, die je twee tot drie weken moet dragen. Een arm uit de kom geneest bijna altijd goed. Als de arm vaker uit de kom schiet (dat heet ‘schouderinstabiliteit’), is soms een operatie nodig.
Ook arm uit de kom, schouderontwrichting.
