Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

Q-koorts

betekenis & definitie

Infectieziekte door besmetting met de bacterie Coxiella burnetii, die vooral bij geiten en schapen voorkomt.

Als een schaap of geit drachtig (‘zwanger’ bij dieren) is en deze bacterie oploopt, kan het embryo in haar buik doodgaan en vanzelf naar buiten komen (spontane abortus). In de maanden februari tot en met mei werpen deze wijfjes hun jongen. Dat is de ‘lammerperiode’. Dan komen veel Q-koortsbacteriën terecht in het stro in de stal. Wanneer de stal wordt uitgemest, kunnen stukjes van dat stro door de wind van de boerderij worden weggevoerd. Mensen die dan lucht met deze bacteriën inademen, kunnen besmet worden en Q-koorts krijgen.

Het is moeilijk Q-koorts te herkennen. Meer dan de helft van de mensen met Q-koorts merkt er niets van. De mensen die wel klachten hebben, voelen zich vaak grieperig. Soms verloopt Q-koorts ernstig. Mensen krijgen flinke hoofdpijn, hoge koorts, een longontsteking en soms leverontsteking. Heel soms gaat iemand eraan dood.

De ziekte is al een poos in Nederland, maar kwam tot voor kort minder voor. In 2009 kregen opvallend veel mensen in grote delen van het land Q-koorts, vooral in de provincie Noord-Brabant. Daar staan veel grote geitenboerderijen. De uitbraak was zo ernstig dat de overheid toen besloot alle drachtige geiten te laten doden op boerderijen waar dieren met de bacterie van Q-koorts besmet waren.