Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

dood

betekenis & definitie

Toestand waarin je niet meer leeft.

Het vaststellen dat iemand dood is, is voor een dokter moeilijker dan je denkt. Iemand is pas dood wanneer die persoon niet meer reageert op prikkels van buitenaf, bijvoorbeeld knijpen (bewustzijnsverlies), wanneer de spieren verslapt zijn en wanneer er geen reflexen meer aanwezig zijn. Een test daarvoor is bijvoorbeeld met een lampje in de ogen schijnen, waarbij de pupillen dan kleiner worden. Als er dan niets met de pupillen gebeurt, weet je dat iemand dood is. Verder is de hartslag niet meer te voelen, staat de ademhaling stil en kan de bloeddruk niet meer worden gemeten. Al die verschijnselen moeten aanwezig zijn om te kunnen zeggen dat iemand dood is.

Als maar één zo’n verschijnsel aanwezig is, bijvoorbeeld alleen een hartstilstand, kan het best zijn dat die persoon nog leeft. Een voorbeeld: bij het schaatsen op natuurijs is een kind in een gat in het ijs (wak) gevallen en pas na vijf tot tien minuten bewusteloos eruit gehaald. Niks beweegt meer. Zo’n kind kan dan ‘schijndood’ zijn en toch tot leven worden gebracht! Het Handboek van de soldaat van ons leger waarschuwt iemand niet te snel dood te verklaren. Er is één situatie waarin een soldaat de dood bij een ander officieel mag vaststellen: als bij die gewonde persoon het hoofd niet meer aan de nek vastzit. Zouden ze die regel hebben overgenomen uit de Gebruiksaanwijzing van de guillotine? In de Franse revolutie stond zo’n apparaat met een scherp valmes op het marktplein in Franse steden om lastpakken razendsnel mee te onthoofden.

Kijk ook bij sterven.