Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

pijpzweer

betekenis & definitie

Abnormale buisvormige verbinding tussen twee holle organen of een hol orgaan en de huid, meestal door een ontsteking.

Een fistel gaat nooit vanzelf dicht doordat hij van binnen met slijmvliescellen bekleed is. Die maken slijm en daardoor groeit de boel niet samen. De chirurg snijdt dan vlees weg en naait de wond dicht. Een veel voorkomende pijpzweer is die van de anus (het poepgaatje). Dan is er een tunneltje tussen het laatste gedeelte van de dikke darm en de huid op je bil. Vaak is dat een overblijfsel van een lelijk abces bij de anus.

Ook fistel.