Junior Dokterswoordenboek

Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

oogvocht

betekenis & definitie

Waterige vloeistof die in de achterste oogkamer van het oog wordt aangemaakt.

Van de achterste oogkamer stroomt het oogvocht via de pupil naar de voorste oogkamer, tussen de lens en het hoornvlies. Daar zitten kleine kanaaltjes in de ‘kamerhoek’. Die nemen de vloeistof op en voeren hem af naar de bloedbaan. De druk van het oogvocht helpt het oog bolvormig te houden.

Ook kamerwater. Kijk ook bij oogboldrukmeting, glaucoom.