Junior Dokterswoordenboek

Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

oog

betekenis & definitie

1) Zintuig waarmee je kunt zien; 2) de oogbol als geheel; 3) het gedeelte van de oogbol dat je aan de buitenkant ziet.

Met één goed oog zie je ongeveer evenveel van de wereld als met twee goede ogen. Maar om diepte te zien, heb je twee ogen nodig. Voor mensen die een oog hebben verloren, is het moeilijk op korte afstand diepte te schatten. Daarvoor moeten zij hun hoofd bewegen. Wel 60 trefwoorden in dit boek gaan over het oog: alle trefwoorden die met ‘oog’ beginnen, natuurlijk, en verder bijziendheid, blauw oog, droge ogen, dubbelzien, ectropion, entropion, episcleritis, exoftalmus, gele vlek, gezichtsscherpte, gezichtsveld, gezichtsvelddefect, gezichtsveldonderzoek, gezichtsveldtest, gezichtsvermogen, glasvocht, glaucoom, hoornvlies, iris, kleurenblindheid, kokerzien, lasertherapie, leesbril, lens, lichtovergevoeligheid, lui oog, netvlies, netvliesloslating, oftalmoscoop, ouderdomsverziendheid, oudziendheid, ptosis, pupil, retinoscopie, scheelzien, scherpstellen van het oog, slechtziendheid, staar, strontje, traanklier, tranen, tranend oog, uveïtis, verziendheid, vuiltje in het oog en zintuigen.