Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

hartfalen

betekenis & definitie

Toestand waarbij het hart zijn werk als pomp niet goed doet.

Hierdoor stroomt er te weinig bloed naar het hart toe of pompt het hart niet genoeg bloed (met zuurstof) naar weefsels en organen. Als er te veel bloed in de longen blijft staan, gaan de bloedvaten daar lekken en krijg je er vochtophoping (‘longoedeem’). Dan word je kortademig, vooral wanneer je je inspant.

Die vochtophoping kun je dan ook op andere plekken in je lichaam krijgen, bijvoorbeeld in de lever, die dan dik en opgezet wordt, of in je onderbenen, waar de enkels dik worden (enkeloedeem). Die vormen van oedeem komen vaak samen voor. Iemand kan langdurig, chronisch hartfalen of kortdurend, acuut hartfalen hebben. Meestal bedoelen dokters met alleen het woord ‘hartfalen’ de langdurige vorm.

Ook hartzwakte, hartinsufficiëntie, decompensatio cordis.