Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

acuut

betekenis & definitie

Direct, meteen, plotseling beginnend (aa-KUUT).

Wanneer een ziekte of pijn niet langzaam sluipend, maar opeens komt opzetten en snel erger wordt, noemt de dokter dat ‘acuut’. Een acute ziekte kan na een paar dagen of weken voorbij zijn. Van een acute blindedarmontsteking ben je binnen een paar uur zo ziek, dat je meteen naar het ziekenhuis moet.

Bij acute klachten horen vaak scherpe pijnscheuten. ‘Scherp’ is de oorspronkelijke betekenis van ‘acuut’, dat komt van het Latijnse ‘acutus’ (= scherp). Het hoort bij ‘acus’ (Latijn voor ‘naald’). Drie letters van dat woorddeel vind je terug in het woord ‘acupunctuur’: ‘prikken met naalden’. Het tweede deel van ‘acupunctuur’ komt van het Latijnse werkwoord ‘pungere’ (‘steken’). Je vindt dat woord terug in een andere vorm in ‘beenmergpunctie’, ‘gewrichtspunctie’, ‘vruchtwaterpunctie’ en ‘venapunctie’.

Kijk ook bij chronisch.