Kind dat jonger dan één jaar is.
Bij de geboorte weegt een baby gemiddeld zo’n 3, 5 kilo. Moeders gebruiken graag het woord ‘pond’: ‘Mijn baby weegt zeven pond’. (Weet je nog hoeveel ‘ons’ dat is?) In het eerste levensjaar verdriedubbelt dat gewicht, tot zo’n tien kilo. Daarna gaat de groei wat langzamer (gelukkig maar, want anders werd iedereen een reus: zie acromegalie). In dat eerste jaar leert een baby ontzettend veel: allerlei lichaamsbewegingen, zoals omrollen, zitten, staan, de handen gebruiken bij het spelen, meestal al staan en soms zelfs al een beetje waggelend lopen. Een baby leert dan ook wennen aan een vaste indeling van de dag: eten, spelen en slapen op vaste tijdstippen. Hij snapt bij veel handelingen wat er gaat volgen: ‘mama loopt naar aanrecht = eten!’ Het woord ‘baby’ komt uit het Engels en laat eigenlijk babygebrabbel horen: geluidjes die baby’s onbeholpen maken doordat ze nog niet kunnen praten.
Ook zuigeling. Kijk ook bij pasgeborene.