Kruidenierswinkels zijn detailwinkels in ‘droge’ levensmiddelen, zoals kruiden, specerijen, koffie en thee. Kruideniers werden vroeger ook wel grutters genoemd, naar de grutten die men verkocht. Verder werden ook andere artikelen dan voedingsmiddelen verkocht, zoals kaarsen, stijfsel, zeep e.d., dit alles voor huishoudelijk gebruik.
Tot in de jaren vijftig was de kruidenierswinkel een bedieningswinkel. De kruidenier ontving van de grossier de artikelen in grootverpakking. De kruidenier had dus een dubbele functie, zowel het om-verpakken van de goederen naar kleine hoeveelheden als de distributie naar de consument.
De inrichting van de kruidenierswinkel was daarop afgestemd. Door de opkomst van de supermarkten in de jaren zeventig is de kruidenierszaak nagenoeg verdwenen en raakt de term langzamerhand verouderd. (Wikipedia))