De namen der in het Oude Testament voorkomende lengtematen waren meestal ontleend aan de leden van het menschelijk lichaam. De normale eenheid der lengtemaat was de el = de lengte van den voorarm, van den knok des elleboogs tot aan den top van den middelsten vinger.
Een span was een half el.Vingerbreedte
4 Hand-
breedte
12 3 Span
24 6 2 EI
144 36 12 6 Roede