Wat is de betekenis van Span?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

span

span - Zelfstandignaamwoord 1. (n) twee of meer trekdieren die samen zijn aangespannen 2. (n) duo, koppel, paar, stel, tweetal 3. (m) /(f) een oude (niet-metrische) lengtemaat zijnde de afstand tussen de toppen van duim en pink van de uitgestrekte hand (ongeveer 22,86 cm.) span - Werkwoord 1...

2024-04-24
Molenwoordenboek

B.D. Poppen (2000)

Span

In zaagmolens. Een aantal zagen bevestigd in een zaagraam.

2024-04-24
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Span

op de - staan, Bargoens voor ‘uitkijken; in het oog houden’. Ook als werkwoord: spannen. Al opgetekend in het begin van de 18de eeuw. Komt ook in het Rotwelsch voor.

2024-04-24
Woordenboek automatisering

Henk Biemond (1985)

Span

Bereik (1) Het verschil tussen de hoogste en de laagste waarde, die een grootheid of een functie kan aannemen. (2) Een door de gebruiker omschreven groep netwerkelementen binnen één enkel domein. Elk hoofd- of secundair knooppunt wordt omschreven als behorend tot één of meer bereiken.

2024-04-24
Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars 1750-1950

Pieter Scheen (1969)

Span

Span - zie H. Spannenburg.

2024-04-24
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

span

A (zn.), 1. (de), spanning. Maar voordat hij zijn kameraad nader kon ondervragen, sprong deze in een wilde bus en liet Sjorrie in de span achter (Verlooghen 24). 2. (de, -nen), grootste afstand tussen de top van de duim en die van een andere vinger bij gespreide hand. Hij rolt dicht bij de knikker van Ram. Hij ligt er vlak bij. Minder dan een s...

2024-04-24
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

span

aantal diere of mense wat saamtrek, saamwerk of saamspeel; ruimte tussen uitgestrekte middelvinger of pinkie en duim; so ‘n lengte van iets; gespan, uitstrek; ooptrek; twee voor- of agterbene van dier aanmekaar bind; styf trek; buig (boog); inspan.

2024-04-24
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

SPAN

In plaatsnamen (Spannum, Spanga). Ook geslachtsnaam, dan misschien oorspr. persoonsnaam. Tegelijk wrsch.: afgesneden stuk land.Zie: Moerman, 216.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Span

(Barg.) uitkijk