Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Semietisme

betekenis & definitie

Gelijk men in onze Nederlandsche taal spreekt van Germanismen, Anglicismen om uitdrukkingen, woorden aan te duiden, die tegen den geest en het karakter van onze taal in, letterlijk uit het Duitsch, Engelsch zijn vertaald, zoo noemt men Semietismen die in de Grieksche taal voorkomende zegswijzen, die aan een Semietische taal ontleend zijn en in het Grieksch opgenomen, hoewel ze feitelijk on-Grieksch zijn. Dit verschijnsel is op zichzelf van weinig belang, immers elke taal ontleent aan andere talen en doet dat soms met verwaarloozing van het kenmerkende in de eigen taal.

Bij de Semietismen loopt het echter in concreto vooral over de vraag, of in het Grieksche Nieuwe Testament, Hebreeuwsche en Arameesche uitdrukkingen in Grieksche woorden voorkomen. In vroeger tijd, toen men het Grieksch van het Nieuwe Testament nog slechts kon vergelijken met Attisch of Atticistisch (d.i. in later tijd naar het model van het Attisch kunstmatig geschreven Grieksch), meende men, dat allerlei zegswijzen in het Nieuwe Testament uit het Hebreeuwsch moesten worden verklaard.

Nu echter in de laatste dertig jaren het gewone Grieksch, dat men in de eerste eeuw na Christus schreef door de ontdekking van papyri en scherven meer bekend geworden is, heeft men leeren zien, dat verschillende uitdrukkingen uit het Nieuwe Testament, die vroeger voor Semietismen werden gehouden, ook daar voorkomen, waar geenerlei Semietische invloed kan worden aangenomen, m.a. w. dat ze gangbaar Grieksch zijn. Zoo worden tegenwoordig slechts enkele uitdrukkingen in het Nieuwe Testament als Semietismen beschouwd.

Van Semietismen spreekt men dan om niet te beslissen, of zulk een uitdrukking aan het Hebreeuwsch of aan het Arameesch is ontleend. De toestand is deze, dat mannen, wier moedertaal Arameesch was en die misschien het Hebreeuwsche Oude Testament gebruikten, uit den aard der zaak bij voorkeur zulke uitdrukkingen bezigden, die èn Grieksch èn Semietisch zijn.Het Semietisme betreft de eigenaardige wijze van uitdrukken, niet den inhoud. De vraag, in hoeverre onder den invloed der Goddelijke openbaring Grieksche woorden een bijzondere beteekenis hebben gekregen en in hoeverre de Septuaginta daarbij voorbereidend heeft gewerkt, gaat geheel buiten het Semietisme om.

< >