De naam dezer Romeinsche godheid hangt saam met het woord „satus”, zaad. Hij was de godheid van de verborgen groeikracht der aarde, waaraan de zegeningen van den akkerbouw te danken zijig.
Daarom is Saturnus de god van den akkerbouw, van vruchtbaarheid en rijkdom. Hij is vereenigd met de godin Ops, die in de goedgeefsche aarde zetelt.
Men deed haar geloften, terwijl men neerhurkte op de aarde en deze aanraakte. In den loop der tijden werd Saturnus met Kronos en Ops met Rhea gelijkgesteld.
Deze Kronos, zoon van Uranos en Gaia, was volgens Hesiodus de jongste der Titanen, die zich de heerschappij der wereld toeëigenden, en met zijn zuster Rhea huwde. Daar hem echter geprofeteerd was, dat hij door zijn eigen kinderen van den troon gestooten zou worden, verslond hij ze alle terstond na de geboorte.
Alleen Zeus werd door Rhea van dezen wissen dood gered en deze dwong zijn vaderde verslonden kinderen weder uit te spuwen. Kronos werd toen met de overige Titanen in den Tartaros gekerkerd.
Volgens een andere voorstelling heerscht hij met Rhadamanthys op de eilanden der zaligen in de onderwereld. En daar deze Kronos oorspronkelijk ook god van den landbouw schijnt geweest te zijn, en als zoodanig in sommige plaatsen geeerd werd, lag zijn identificatie met den zaadgod Saturnus voor de hand.
De fantasie maakte ervan, dat hij, toen hij door Zeus ten val gebracht was, naar Italië zou zijn gevlucht en daar van Janus de heerschappij zou hebben verkregen.
Onder Saturnus’ heerschappij zou de gouden eeuw hebben bestaan.
Naar hem draagt Italië soms den naam „Saturnia”. De gouden eeuw zou echter hebben opgehouden, zoodra Saturnus op geheel onbekende gronden verdween.
Ook wordt Saturnus wel beschouwd als ware hij een koning uit den voortijd, die, afgezet door Zeus, uit Kreta naar Latium trok en zich aan den voet van den Capitolijnschen heuvel zou hebben gevestigd.