Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Ontslapen

betekenis & definitie

De Heilige Schrift noemt den dood meermalen een slapen (Deut. 31 : 16; Matth. 9 : 24 enz.; ter bestrijding van de meening dat er zou zijn een zieleslaap, psychopannychie, vergelijke men het art. Zieleslaap).

In verband daarmee heet sterven: ontslapen; een ingaan in den slaap des doods. Van een opwekking der lichamen van heiligen, die ontslapen waren, spreekt ons Matth. 27 : 52.

Paulus gewaagt, in 1 Cor. 15 : 18, van een „in Christus ontslapen zijn”; in 1 Thess. 4 : 14 van een „ontslapen zijn in Jezus”. Bepaaldelijk deze laatste term is onder ons gebruikelijk geworden, als gebezigd in overlijdens-advertenties en als gebeiteld op grafsteenen.

In 1 Cor. 15 : 51 onthult Paulus de waarheid dat niet allen zullen ontslapen, maar dat wel allen veranderd zullen worden; in 1 Thess. 4 : 17 spreekt hij dan ook van degenen die levend zullen overgebleven zijn en met hem zullen opgenomen worden in de wolken. Evenwel is tot Christus’ wederkeer het eenmaal ontslapen aller lot; de kerkklokstonen van het „en hij stierf” uit Gen. 5 worden gehoord in elke plaats en ten allen tijd.