I. Sir Isaac Newton, beroemd wis-, natuur- en sterrenkundige, werd 25 December 1642 te Woolsthorpe geboren en overleed 20 Maart 1727 te Kensington.
Velen beschouwen hem als den grootsten natuurkundige, die ooit geleefd heeft.Isaac Newton werd op 17-jarigen leeftijd student te Cambridge. Hier kwam zijn buitengewone aanleg spoedig aan het licht. Weldra beheerschte hij de geheele wiskunde en deed hij nieuwe ontdekkingen. In 1669 werd Newton hoogleeraar in de wiskunde te Cambridge als opvolger van Barrow, die plaats maakte voor zijn genialen leerling, en in 1672 werd hij lid van de Royal Society. Hij bleef professor te Cambridge, totdat hij in 1699 benoemd werd tot directeur van de Koninklijke Munt.
De groote verdienste van Newton voor de wiskunde ligt daarin, dat hij de grondslagen legde voor de differentiaal- en integraalrekening. Dit wikkelde hem echter in een prioriteitsstrijd met Leibnitz, die het leven van beide geleerden verbitterd heeft. Vooral op het gebied der natuurkunde heeft Newton vele ontdekkingen gedaan. Hij construeerde het eerst een spiegeltelescoop, hij onderzocht het zonnespectum en toonde aan, dat roode lichtstralen door een prisma minder gebroken worden dan violette stralen. Newton vereenigde de spectraalkleuren weer tot wit licht, hij gaf een uitgewerkte theorie over de kleuren en verklaarde het ontstaan van den regenboog. Ook gaf hij een theorie over het wezen van het licht.
Hij meende, dat een lichtgevend voorwerp kleine deeltjes uitzendt. Deze emissietheorie heeft echter plaats moeten maken voor de undulatietheorie van Christiaan Huygens, die leert, dat licht uit trillingen bestaat. De grootste ontdekking van Newton is de naar hem genoemde wet: Twee lichamen in de ruimte trekken elkaar aan met een kracht, die evenredig is met hun massa’s en omgekeerd evenredig met het kwadraat van hun afstand. Hij kwam tot deze wet doordat hij aantoonde, dat de kracht, die een voorwerp op aarde doet vallen, en de kracht, die de maan in haar baan houdt, in wezen dezelfde is. Deze wet en andere beschouwingen over mechanica zijn gepubliceerd in Newtons hoofdwerk Philosophiae naturalis prtncipia mathematica (1687). Uit Einsteins relativiteitstheorie is den laatsten tijd wel gebleken, dat Newton over de zwaartekracht niet het laatste woord gesproken heeft.
Maar ook wanneer Newtons beschouwingen aangevuld moeten worden, doordat het na meer dan twee eeuwen gelukt verder door te dringen tot den dieperen grond der verschijnselen, dan kan dit toch niet afdoen aan de beteekenis van zijn geniale ontdekkingen. Op zijn grafzerk in de Westminster Abbey te Londen leest men o.a.: „Laten de stervelingen zich verheugen, dat een zoodanig en zoo groot sieraad van het menschelijk geslacht heeft geleefd”.
Newton was een geloovig Christen. Hij heeft zich veel bezig gehouden met theologische vraagstukken van exegese en tekstcritiek en schreef een boek over de Profetieën van Daniël en de Openbaring van Johannes. In zijn brieven zet Newton uiteen, dat de inrichting van het zonnestelsel hem niet anders verklaarbaar is dan door het bestaan van een Schepper. De natuur sprak hem van den God, dien hij kende uit de Heilige Schrift.
II. John Newton, geboren 1811, overleden 21 Juni 1891. Dr Newton vertrok in 1835 naar Engelsch-Indië, uitgezonden door de Presbyteriaansche Kerk van Noord-Amerika. In een inlandsche boot voer hij den Ganges op, 1200 mijl ver, totdat hij bereikte zijn zendingsveld Ludhiana. Hij kenmerkte zich door zijn krachtige, directe Evangelie-prediking en verkreeg grooten invloed door zijn „twistgesprekken”. Door zijn buitengewone talenkennis had hij steeds vele luisterende hoorders.
Zijn taalarbeid is dan ook van veel beteekenis geweest voor de zending. Hij had meegenomen een eenvoudige houten drukpers en hij was dus een der eerste zendelingen, die de pers gebruikte als zendingsmiddel. Van zijn kleine drukkerij gingen in 50 jaar 267 millioen bladzijden druks in tien verschillende talen, al betrof zijn arbeid hoofdzakelijk de Pendjab. Behalve wetenschappelijk taalkundig werk, gaf hij uit een vertaling van het Nieuwe Testament en talrijke Christelijke traktaatjes en verhandelingen. Hij is een zendeling-taalman geweest als weinigen.