Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Megalosaurus

betekenis & definitie

of reuzenhagedis behoort tot de klasse der kruipende dieren (reptilia), tot de orde der schrik-hagedissen (dinosauria) en tot de familie der groot-hagedissen (megalosauridae). De hier genoemde orde heeft haar naam ontvangen van Richard Owen (1804—1892).

De dinosauriërs leefden voor den zondvloed in de secondaire periode, worden hoofdzakelijk gevonden in de jura- en krijtformatie (onderdeelen der mesozoïsche groep) en zijn alle uitgestorven. Talrijke beenderen van deze dieren, soms geheele hoopen bij elkaar zijn gevonden in Europa, Azië, Afrika, Noord- en Zuid-Amerika.

In 1924 vond R. Chapman Andrews in Mongolië een groot aantal dinosaurusbeenderen met eenige versteende eieren dezer dieren.

De grootste dinosauriërs hebben een lengte van 30 meter. De megalosaurus, die de hoogte van een olifant had, was slechts 15 meter lang.

Geraamten van dit waarschijnlijk uitsluitend op het land levende dier zijn o.a. gevonden in Engeland, Wurttemberg, Beieren, in het Noorden der Vereenigde Staten en ook in Limburg in de Valkenberger grot. Het ontving zijn naam van William Buckland (1784—1856).

Het dier had 4 pooten en aan elken poot 4 teenen. De voorpooten waren, evenals bij den bekenden iguanodon, die ook tot deze orde behoort, korter dan de achterpooten.

Zoowel in bovenkaak als in onderkaak bevonden zich tanden.

< >