Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Megalithen

betekenis & definitie

Onder de megalithen worden verstaan al die voorhistorische volkeren, die hebben nagelaten de prehistorische graven of cultusplaatsen, gedenkteekenen, die men dolmen, menhirs of kromlechs noemt en uit groote steenen zijn opgebouwd of saamgevoegd. De dolmen zijn graven, die skeletten bevatten en behooren tot het latere steentijdperk.

Wegens hun tafeivorm hield men ze ook wel voor offertafels, Druïdenaltaren. Deze komen veelal voor in Noord- en West-Duitschland maar ook op Corsica, in NoordAfrika, ook in Azië, in Frankrijk, in Scandinavië, Polen enz. in hoever de volkstammen, die deze dolmen hebben opgericht, genetisch samenhangen, is moeilijk uit te maken.

De menhirs (een Keltisch woord: moen = steen en hir = lang) bestaan uit een of meer groote stukken steen, steenzuilen, die als grafteekens worden beschouwd. Zij staan alleen of in rijen.

Op het veld van Carnac in West-Frankrijk staan er zelfs 11000 op 11 rijen. Ook deze zijn wijd en zijd verspreid aangetroffen.

Men herinnert daarbij ook aan Jozua 4.De kromlechs (Keltisch: erom = gekromd en lech = steen) bestaan uit ringvormige steengroepeeringen van rechtopstaande onbehouwen steenen, die om dolmen en menhirs zijn aangebracht. Soms ook bestaan zij uit onderscheidene concentrische kringen. Ook deze zijn overal verspreid. Bij Avebury en Salisbury in Engeland worden deze kromlechs in buitengewone grootte aan getroffen.

De megalitische volken zijn dus over groote gebieden verspreid geweest. Van deze volken weet men overigens niet veel af.

< >