Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Kongo

betekenis & definitie

Gebied In Centraal-Afrika, Zuidelijk van Midden- en Oost-Soedan, onder de linie. De naam naar de rivier de Kongo, 4640 K.M. lang en met een stroomgebied van3.690.000K.M2.; haar zijrivieren zijn ook groote stroomen, waarvan de voornaamste: de Kasai, de Oebangi, de Aruwimi, de Lomami e.a.

Spoorlijnen langs de watervallen, van Matadi naarLeopoldville(Stanleypool), èn van Stanleyville naar Ponthierville (Stanley-watervallen) maken de Kongo, zij ’t in trajecten, bevaarbaar over een afstand van 2600 K.M. Vooral in het midden van dit uitgestrekte gebied zijn de zware tropische oerwouden, met olie-, palm-, wilde dadel, caoutchouc-, de tecken mahonie-boom etc., èn de ivoor leverende olifanten; de andere streken hebben het eigenaardige Afrikaansche steppenland, de Savannen, die dor zijn, begroeid met opgaand hout en doornbosch; in het Zuid-Oosten, Katanga, wordt in groote hoeveelheid koper, goud en diamant gevonden.

Over het geheele terrein werden al meer spoorwegen aangelegd; in 1921 is een lucht-dienst geopend, en stations voor draadlooze telegrafie zijn in steeds toenemend getal opgericht. Een rijk land, nog maar voor een deel ontsloten, en toch al met een beteekenisvolle plaats in de wereld-export.Geschiedenis Op een onderzoekingsreis naar den zeeweg naar Indië ontdekte een expeditie onder den Portugees Diego de Cam de monding van de Kongo-rivier (1485). De Portugeezen voeren 160 K.M. ver de Kongo op, tot Matadi. Eerst omstreeks het midden der 19e eeuw drongen Portugeesche onderzoekingsreizigers door tot het Kongo-bekken; en andere mannen, als Livingstone en Stanley, trokken ook door Afrika’s binnenlanden. Er werd toen een enorme slavenhandel gedreven met St. Paul de Loanda als uitvoerhaven.

Van uit Noord en Oost was de Islam opgedrongen, en de Arabieren deden al even sterk aan den slavenhandel, met Zanzibar als uitvoerhaven. Langen tijd boden zij, uit vrees hun gewin te zullen verliezen, met geweld tegenstand tegen de Europeesche cultuur; eerst in 1894 is hun heerschappij vernietigd.

De Franschen namen in 1843 het Gaboen-aestuarium in bezit, en breidden van daar steeds meer hun koloniaal bezit uit, vooral na de onderzoekingstochten van graaf Savorgnan de Brazza. En België’s koning, Leopold II, wist het zoover te brengen, dat met toestemming van het Congres te Berlijn, heel het binnenland van de Kongo een aparte staat onder zijn bestuur werd, de Kongo-staat (1885); hij stond dien in 1908 als kolonie aan België af; in 1919 kwam daar nog een klein stukje van het vroegere Duitsch-OostAfrika bij. Vandaar de onderscheiding in de Fransche en de Belgische Kongo. (Tegenwoordig vat men al de Fransche bezittingen in dit gebied saam onder den naam: Fransch-Aequatoriaal Afrika.

Bevolking De Fransche Kongo, tusschen Kameroen en de Belgische Kongo, telt ongeveer 3.000.000 zielen; de opgaven voor de Belgische Kongo varieeren van 9 tot 15 millioen. De meest verschillende Negerstammen worden er aangetroffen : zeer vredelievende landbouw- en visschersstammen, ook zeer wilde stammen, bij wie het kannibalisme nog diep in het bloed zit, en in de donkerste duisternissen van het woud de dwergnegers. Hoeveel heeft deze bevolking al geleden, in vroeger eeuwen door den gruwelij ken slavenhandel, onder het Bestuur van Leopold II door vreeselijke uitpersing, en door de gevaarlijke slaapziekte, die heele dorpen deed uitsterven! Gelukkig worden de toestanden onder de regeering van België gaandeweg verbeterd. De Negers zijn heidenen, die den fetisch-dienst onderhouden, en verzonken liggen in al de donkere ellende van het Animisme. De Fransche Kongo is voor een groot stuk, en de Belgische Kongo in het Oostelijk deel door den Islam bezet.

Zending Oude zending Een Portugeesche Staatszending begon pl.m. 1490 haar arbeid in het koninkrijk Kongo met zijn provincies, waarvan Tembu de konings-provincie was, wier hoofdstad later den naam kreeg van San Salvador. Zij kreeg spoedig ingang, breidde zich snel uit, ja telde 100.000 gedoopten; er volgde evenwel een felle reactie van het heidendom, die wel overwonnen werd, doch alleen door het in stand laten van heel veel heidensche dingen, als polygamie, tooverij en bijgeloof. Zelfs aan den door Portugal gedreven slavenhandel hadden de missionarissen hun deel; de „vrome” bisschop van Loanda gaf aan de geroofde en te vervoeren slaven heel plechtig bij hun vertrek zijn zegen; gevolg, dat deze zending geheel en al is verloopen. Tijdens de sinds 1640 aangevangen tweede periode dezer zending konden noch Jezuieten, noch Capucijnen, noch Benedictijnen een verbetering van eenige beteekenis aanbrengen; en toen 'in 1816 een Engelsch kapitein de Kongo binnendrong, vond hij van Christendom niets meer, behalve een paar kruisen en reliquieën, die tegelijk met fetischen en amuletten werden gebruikt ; en ook was er nog een man, die zich voor priester uitgaf, en er enkele bijwijven op na hield.

Nieuwe zending Fransche Kongo Begonnen in 1842 door de American Board te Baraka aan de Gaboen, daarna overgedaan aan de Amerikaansche Presbyterianen. Ook op het Spaansche eiland Corisco werden posten aangelegd, in de hoop, dat ook dit eiland voor de Kongo zou worden, wat het eiland Jona eens voor Schotland en Engeland geweest was. Maar de komst en het werk van de paters van den Heiligen Geest, de z.g.n. zwarte vaders, wierp alles in duigen; en ook al tengevolge van hun uitgebreide zendingsactie vlak in de buurt van Baraka, kon dadr de arbeid der Amerikaansche zendelingen heel weinig vorderen. Daarom werd er ietwat Noordelijker, te Benito, een nieuwe zendingspost gevestigd (1864); en later (1876—1882) volgden nog 4 posten aan de Ogowe, de hoofd-rivier van de Fransche Kongo. Doch de zware concurrentie met de door de regeering steeds begunstigde Roomsche Missie, en de door de gevoerde school-politiek steeds toenemende moeilijkheden, brachten de Amerikaansche Presbyterianen er toe, om hun posten stuk voor stuk over te geven aan de Parijsche zending, behalve Benito met de buitenposten in het Spaansche Rio Muni. — In het Zuiden heeft de Zweedsche zendingsbond, even over de grenzen, nog een paar posten. — Doch overigens is de Fransche Kongo voor de Protestantsche zending gesloten. De zending is er zoo goed als geheel in handen van de z.g.n. zwarte paters. — Vermeldenswaard is, dat Prof.

Dr. A. Schweitzer, in verbinding met de Parijsche zending, zich op den post te Lambarene vestigde in 1913, om als zendingsarts onder de Kongo-bewoners te arbeiden ; zeer lezenswaard is zijn boek Zwischen Wasser und Urwald, in het Hollandsch uitgegeven onder den titel: Aan den zoom van het oerwoud.

Belgische Kongo De Kongo-staat had zoowel voor de Protestantsche als voor de Roomsche zendingscorporaties een groote aantrekkingskracht. Van Protestantsche zijde hebben niet minder dan 19 zendingscorporaties, grootere en kleinere, hier het werk aangevat; één daarvan behoort tot Europa’s vasteland, n.l. de Zweedsche zendingsbond, de andere zijn Engelsch en Amerikaansch, meerendeels Amerikaansch: de Engelsche en Amerikaansche Baptisten en de Amerikaansche Disciples of Christ langs de rivier de Kongo, de Zweedsche zendingbond, de Amerikaansche Christian andMissionary Alliance, en de Amerikaansche Noordelijke Baptisten aan den benedenloop van den Kongo en in de aangrenzende gebieden, de Amerikaansche Zuidelijke Presbyterianen aan de Kassai, de Kongo-Balolozending in den breeden boog van de Kongo, en de Darbisten in Katanga, om van de kleinere genootschappen nu maar te zwijgen. De moeilijkheden voor de Protestantsche zending waren voornamelijk: de vele dialecten, waardoor elke zending met drie of meer talen te doen kreeg, het ver uiteen liggen der zendingsposten, die de eenheid in het werk zoo bezwaarlijk maakten, en detegenwerkingtijdens en tengevolge van het onderzoek naar de wantoestanden in den Kongo-staat, middelerwijl de daarover zwijgende zendelingen van Rome in alles geprotegeerd werden. Eerst onder de regeering van België is de toestand voor de Protestantsche zending wat gunstiger geworden; en in de laatste jaren zijn ook de Belgische Protestanten met de zending in Katanga begonnen. Sinds eenigen tijd werkt in de Kongo ook een instelling, die veel overeenkomst vertoont met het zendingsconsulaat in Nederlandsch Indië. Ds.

Henri Amet fungeert daar als Agent de liaison tusschen de Belgische regeering en alle in de Kongo werkzame zendingscorporaties. — Over het geheel genomen, is het getal gewonnenen nog niet groot; de Zuidelijke Presbyterianen hadden evenwel aan de Kassai een beweging naar het Christendom, waardoor in het vóór 25 jaar nog geheel heidensche land thans reeds 13.000 Christenen zijn. Om de zoo zeer noodige samenwerking te verkrijgen werd in 1902 voor den eersten keer te Leopoldville een algemeene Kongo-zendingsconferentie gehouden; toen telde men 14 hoofdposten, 105 zendelingen, 350 inlandsche helpers, 14000 gedoopten, van wie 6416 toegelatenen tot het Avondmaal, en 8925 scholieren. Sinds wordt die conferentie om de twee of 3 jaar gehouden. In September 1928 zal een jubileum-conferentie samenkomen, waarbij afgevaardigden van al de omliggende zendingsvelden worden verwacht. Het is hoog tijd, dat de Protestantsche zending tot samenwerking en tot uitbreiding van het werk komt. De Kongo-staat is een der hoofdstellingen van de Roomsche Missie in Afrika.

Daar staan tegenover 37.885 gedoopten bij de Protestantsche zending niet minder dan 736.318 gedoopten en 313.514 catechumenen bij de Roomsche Missie. De Protestantsche zending is er in gevaar, om een maar kleine minderheid in een overwegend Roomsche kolonie te worden. (Litteratuur: Tijdschrift voor Economische Geographie, 1921, bl. 24, 59; Prof. Dr. Julius Richter: Geschichte der Evangelische missionen in Afrika, 1922, passim).