Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Goud

betekenis & definitie

neemt onder de edele metalen de eerste plaats in, en werd van de oudste tijden af als sieraad gebruikt (Gen. 24:22). In Kanaan schijnt ’t niet te zijn voorgekomen; het werd daar ingevoerd uit Ofir, op de schepen van Salomo (1 Kon. 9 : 28; 10 : 14 v.) en uit Parvaïm (2 Kron. 3 : 6) voor den bouw des tempels (1 Kron. 22 : 14; 2 Kron. 3 : 4—9; 4 : 7 v.; 19—22; vg. 1 Kon. 10 : 14—29).

Sinds dien tijd kwam onder Israël ook de goudsmederij op (1 Kon. 7 : 48 v.; 10 : 16). Het goud komt in de Schrift vanwege zijn kostbaarheid, herhaaldelijk voor als beeld, om de hooge waarde aan te duiden van geestelijke en eeuwige goederen (Job 28 : 15 v.; Ps. 19 : 11; 119 : 72, 127; Spr. 3 : 14; 8 : 10, 19; 17 : 3; 20 : 15; 1 Cor. 3 : 12; 1 Petr. 1 : 7, 18; Openb. 3:8).