Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Knecht

betekenis & definitie

In de Heilige Schrift komt dit woord in verschillende beteekenissen voor. Hiermede wordt aangeduid een dienstknecht of slaaf, maar voorts de verhouding van onderworpenheid, waarin men zich tot de overheden en bovenal tot God wist te staan.

In den laatsten zin wordt met het woord knecht ook het geheele volk Israël aangeduid (Jesaja 48 : 30; Lucas 1 : 54) wegens de bestemming van het volk om den Heere te dienen en te gehoorzamen. Maar als aanduiding van de persoonlijke verhouding tot God, worden Mozes en Aaron zoo genoemd; ook de priesters (Ps. 113 : 1). Van ouds hebben zich alzoo ook genoemd de kinderen Gods, om uit te drukken hun ootmoed en eerbied, en hun gewilligheid, om in gehoorzaamheid den Heere te dienen.

In bizonderen zin komt de uitdrukking: „Knecht des Heeren” voor, waaronder de Christus wordt aangekondigd. De profeet Jesaja voorzegt alzoo den Messias (Jesaja 52 : 13; 53 : 11). En in Zacharia 3 : 8 vinden wij wederom den Messias zoo genoemd: „Mijn knecht de Spruite”. Deze naam wordt Hem gegeven vanwege zijn gehoorzaamheid, om zich te vernederen tot in den dood des kruises, en door de gehoorzaamheid der wet, voor zijn volk het leven te verwerven.