Onder invaliditeit (Latijn invalidus = zwak, krachteloos, ziek) verstaan wij, dat iemand, wegens ziekte of zwakheid of door een of ander gebrek, niet meer in staat is zijn ambt of beroep te vervullen. In de verzorging van invalide arbeiders is voor een deel voorzien door de Invaliditeitsverzekering.
Zoo bijv. in Duitschland sinds 1889 en in Nederland sinds de regeling vervat in de Invaliditeitswet van 5 Juni 1913, Staatsblad 205„ laatstelijk gewijzigd 21 Maart 1919, Staatsblad 128. In de verzorging van invalide dienaren des Woords bij de Gereformeerde kerken is voorzien door de bepaling in artikel 13 der Kerkenordening ; en bij de Hervormde kerk door afzonderlijke regeling.
Zie artikel: Emeritaat.