Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Harmonie

betekenis & definitie

Een woord van Griekschen oorsprong, dat overeenstemming of samenstemming beteekent, drukt de juiste verhouding uit van de verschillende elementen of onderdeelen tot vorming van een goed en welbehagelijk geheel, anders gezegd : de eenheid in de menigvuldigheid. Dus bij een persoon of groep van personen eenheid en overeenstemming in gevoelens, denkwijze en gezindheid.

In de muziek verstaat men onder harmonie der tonen de gelijktijdige, welluidende samenstemming der tonen tot accoorden, en in meer uitgebreiden zin den samenhang der accoorden onderling, in de schilderkunst is de harmonie der kleuren van het hoogste gewicht; zij berust zoowel op een juiste keuze, samenvoeging en tegenstelling als op de menging van de onderscheidene kleuren. In de bouwkunst wordt de harmonie bevorderd door de overeenstemming van de onderdeelen ten eerste wat betreft hun stijl : vormen, die tot verschillende stijlperioden behooren, mogen aan eenzelfde bouwwerkniet voorkomen.

Ten tweede moeten de vormelementen, wat hun rijkdom of soberheid, hun zwaarte of lichtheid, hun sierlijkheid of eenvoud betreft, in overeenstemming zijn met karakter en doel van het gebouw. Ten derde moet er eenheid zijn in de bouwstoffen wat duurzaamheid, kostbaarheid en monumentaliteit aangaat.Zoowel wat vormen als kleuren betreft geeft ongetwijfeld de natuur ons de schoonste harmonie te aanschouwen.