is de naam van een heiligen stier der Egyptenaren. Van oude tijden af waren in Egypte aan bepaalde góden bepaalde dieren gewijd.
Langzamerhand kwam de voorstelling, dat een godheid in een dier woonde of althans kon wonen, waarom het gewijde dier als god werd vereerd, na zijn dood werd gebalsemd enz. De Apis was de stier gewijd aan den god Ptah, oorspronkelijk de plaatselijke god van Memfis.
Als Apis gold een zwarte stier met witte vlekken van bepaalden vorm op den kop en de rest van het lichaam. Stierf de Apis, dan werd een stierkalf gezocht met Apis-kenteekenen en in plaats van den dooden geëerd.De vereering van den Apis overtrof die van alle andere dieren. Bij verschillende feesten werd hem eer bewezen en bepaald zijn geboortefeest werd luisterrijk gevierd. Na zijn dood werd hij gebalsemd en in een groote steenen doodkist begraven, gelijk men er vele in het Serapeum bij Memfis heeft gevonden. De naam Apis leefde waarschijnlijk voort in Serapis, den god ingevoerd onder Ptolemeus I (323—283 v. Chr.), een godennaam, die met Osiris-Apis in verband schijnt te staan.