Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Alphonse Pierre Antoine du Cloux

betekenis & definitie

Geboren 1808, gestorven te Bedum 30 Juli 1890, studeerde te Groningen, was predikant in de Nederlandsche Hervormde kerk te Vierhuizen (1832—1837), Losdorp (1837—1851), Oldebroek (1851-1856), Oud Alblas (1856—1857),’s Grevelduin Kapelle (1857—1864), Spijk (1864—1873). Hij is het eerst bekend geworden door zijn aanklacht tegen Ds H. de Cock, den vader der Afscheiding, wegens het doopen van kinderen uit zijn gemeente Vierhuizen.

In 1838 te Losdorp veranderde hij van inzichten en werd hij een strijder tegen de synodale organisatie. En toen de voormannen van het Réveil in 1848 leeraars, opzieners en leden der Hervormde kerk uitnoodigden tot een samenkomst ter beraadslaging over belangrijke aangelegenheden, zoowel den vorm als de leer dier kerk betreffende, nam Du Cloux daarvoor de correspondentie in Groningerland op zich.

Groen van Prinsterer bood hem aan te zullen zorgen, dat, al ware het ook voor tien broeders, de reiskosten van die vergadering op 18 Augustus 1848 zouden worden gerestitueerd. Hij gaf aan die uitnoodiging gehoor en woonde deze belangrijke samenkomst in het Odeon te Amsterdam bij.

Van nu af aan nam hij levendig deel aan den strijd voor kerkherstel. Hij schreef meer dan één brochure tegen het gerevideerd reglement voor het bestuur der Nederlandsche Hervormde kerk (1848—1849), en zond daartegen op 12 Februari 1849 namens den kerkeraad van Losdorp een Protest bij de Synode in.

Hij introduceerde het verslag over het ontstaan en de aanvankelijk verrichte werkzaamheden der vereeniging: „Hebt acht op uzelven en op de leer” en werd redacteur van het tijdschrift: De Wachter op Sions muur{ 1852). Zoo was hij een der vaders van „de Vrienden der Waarheid”, die streden voor de handhaving van de leer en de rechten der Gereformeerde kerk.

Ten antwoord op vragen door het tijdschrift De Morgenster aan hem gedaan, schreef hij in 1854 zijn brochure \Zijt altijd bereid tot verantwoording, aan een iegelijk, die u rekenschap afeischt. Met de predikanten H.

W.

A.

Verhoeff en W. Krayenbelt diende hij in 1857 een aanklacht in tegen Dr Zaalberg ; op welk driemanschap een honend lied verscheen, dat algemeen aan den heer Van Dam van Isselt, lid der eerste Kamer, werd toegeschreven.

Den 9den Juni 1857 deed Du Cloux de eerste prediking in een door de Vrienden der Waarheid te Middelburg opgerichte „Evangelisatie”. Wegens een preek op 15 Juli 1860 te Raamsdonk gehouden over 2 Kron. 33 : 136, werd hij aangeklaagd den koning en het koninklijk huis te hebben beleedigd.

Toen Du Cloux (clou = spijker) in zijn Spijker-periode de groote tegenvoeter was van Ds H. J.

Spijker, den voorzitter der Synode, gaf Beets, op een vraag naar den toestand der Nederlandsch Hervormde kerk, op zijn geestige manier ten antwoord : „Ze gaat tusschen twee spijkers door”. Du Cloux gaf voorts vele bundels leerredenen in het licht, die bij het Gereformeerde volk zeer gezocht waren.

< >